Voortgang DBCC

Op de laatste ledenvergadering (februari 2005) heeft het bestuur de vraag opgeworpen of de DBCC nog wel bestaansrecht heeft. Alle acht aanwezige leden struikelden geschrokken over elkaar om te beamen dat het bestaansrecht van de DBCC vanzelfsprekend was. Om hun gelijk te bewijzen zouden ze onder de 53 afwezige leden een enquête houden en binnen drie weken na de vergadering met een uitslag komen. Het bestuur zou naar aanleiding van die uitslag een vergadering uitschrijven, waarbij de voorzitter ad interim zou aftreden om plaats te maken voor een vaste voorzitter.

Die enquête is niet gehouden en zo is de huidige voorzitter ad interim min of meer gegijzeld door de DBCC. Een situatie die niet voort kan duren, dat is niet goed voor de voorzitter, maar zeker ook niet voor de DBCC.

Een vereniging verdient een bestuur dat een beleid wil vaststellen en uitvoeren. Daar dient een ideologie achter te zitten en een doel nagestreefd te worden. Als dat te hoogdravende taal is in uw oren, meldt u dan niet aan als kandidaat voor het bestuur of voorzitterschap. Als de DBCC niet meer doet als het verdelen van NOC*NSF geld, het beheren van het wedstrijdmateriaal en organiseren van het NK, heeft ze in mijn ogen geen bestaansrecht. Dan zou een sportcommissie efficiënter werken.

Sportcommissie of vereniging?
De DBCC is ontstaan uit onvrede met de prestaties en het financiële beleid van de commissie ‘Komeve’ en de laksheid van het afdelingsbestuur ten aanzien van het wedstrijdvaren. Inmiddels heeft de DBCC ook haar financieel deficit gekend, en de vrijwilligers staan niet in de rij om de organisatie van een NK op zich te nemen. Wat dat betreft zijn we net zo ver als voor de oprichting van de DBCC. Bovendien is het afdelingsbestuur zich tegenwoordig beter bewust van haar verantwoordelijkheden op het gebied van wedstrijdsport.

Mijn voorstel is dan ook om terug te gaan naar een sportcommissie. Voor deze commissie zou een team samengesteld moeten worden van een klein aantal capabele mensen, die in goede samenwerking de liggende taken op zich nemen. Voor een goed begrip: een commissie werkt onder het Afdelingbestuur en legt verantwoording af aan het Afdelingsbestuur. Alle zaken die met wedstrijden te maken hebben zouden daarmee op de algemene ledenvergadering aan de orde komen. Het is daarom ook wenselijk dat één van de commissie leden zitting neemt in het bestuur van de Afdeling. Uiteraard zullen de materiële zaken van de DBCC onder de hoede komen van de commissie. Mijns inziens zou een dergelijke commissie uitstekend kunnen werken, beter dan een semiet autonome vereniging waar wel acht leden op de ledenvergadering komen.

Ik wil met een voorstel voor zo’n commissie komen op de eerstvolgende ledenvergadering van de DBCC. Daar zal ik mijn aftreden als interim voorzitter bekend maken. Is er dan geen kandidaat, is de DBCC daarmee feitelijk ten einde. Schrikt u nu wakker en denkt u: “Over mijn lijk, dat nooit!” dan staat u op als kandidaat voorzitter en onderschrijft u het beleidsplan. Wel moet er dan vertrouwen bij het afdelingsbestuur bestaan in de door u te volgen lijn. Bovendien moet u tot dat besluit komen vóór de volgende ledenvergadering van de afdeling in maart 2006.

Rutger Coucke,
voorzitter ad interim

Dit bericht is geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink.